“VOOR UW VRIJHEID EN DE ONZE” – Poolse offers voor de vrijheid

“VOOR UW VRIJHEID EN DE ONZE” – DE POOLSE SLACHTOFFERS VAN DE STRIJD IN NEDERLAND

Onder deze titel schreven we samen met de Stichting Driel-Polen een artikel. Dit artikel is geplaatst in het magazine van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum. Het artikel sluit naadloos aan bij de lezing die we samen verzorgen op zaterdag 30 maart.

Voor de lezers van dit magazine is de Poolse strijd in Nederland onlosmakelijk verbonden met de septemberdagen van 1944. Ook het Poolse aandeel in de bevrijding van het zuidwesten en noordoosten van ons land is redelijk bekend. Onderbelichter is de rol van Poolse piloten en verzetsstrijders. Tijd om eens wat licht te werpen op de offers die werden gebracht, met speciale aandacht voor de Slag om Arnhem.

Het artikel is in PDF te lezen op Polen in Beeld. Bij het artikel namen we op deze site ondersteunende informatie op.

Foto boven dit bericht: © IWM (CH 3014)
The new Polish Air Force standard was made by women and their families in Wilno (Vilnius) in Poland, then under the Soviet occupation, and was smuggled to Sweden by Japanese diplomats from where it eventually reached Britain in March 1941.

Oberdak, het Poolse slachtoffer van Woeste Hoeve bleef lang in vergetelheid

Lang was zijn naam onbekend, Czesław Oberdak. Na de massaexecutie bij Woeste Hoeve in 1945 werd hij niet geïdentificeerd. Als anoniem slachtoffer lag hij eerst in Uchelen en daarna in Loenen begraven totdat de journalist Richard Schuurman op zoek ging naar aanleiding van een brief van de zus van Czesław, Ludmilla Oberdak. Dankzij die speurtocht werd deze Poolse vlieger geïdentificeerd, staat zijn naam op het monument bij Woeste Hoeve en werd zijn stoffelijk overschot in 2009 bijgezet worden in het familiegraf in Kraków. Dit alles is te lezen in het boek dat Schuurman schreef ‘Spoor naar Woeste Hoeve’.

Oberdaks jeugddroom eindigt bij de Woeste Hoeve

Czesław Oberdak wordt geboren op 20 juli 1921 in Kraków, Polen. Daar groeit hij op met zijn oudere zus, Ludmila, en een jonger broertje, Roman. Zijn jeugddroom is om piloot te worden. In 1939 begint hij aan die droom aan de Luchtmachtschool in Poznań. Toen de Duitsers in september 1939 Polen binnenvielen, vlucht hij net als zo veel andere Poolse militairen uit Polen. Hij volgt de route via Roemenië, Joegoslavië en Italië. In Frankrijk sluit hij zich aan bij de daar gevormde Poolse luchtmacht in Lyon. Zijn verblijf daar is tijdelijk. De meeste Polen worden bij de val van Frankrijk in juni 1940 naar Verenigd Koninkrijk geëvacueerd, zo ook Czesław.

Hoe het hem verder vergaat als piloot en hoe hij voor lange tijd eindigt in een anoniem graf als slachtoffer van de massaexecutie bij Woeste Hoeve, is te lezen op zijn pagina.

Twee Lancasters boven Nederland neergeschoten in één nacht

In de nacht van 12 op 13 juni 1944 vertrekken acht Lancasters van het Poolse 300 Squadron vanaf vliegbasis Faldingworth op een missie naar Gelsenkirchen. In totaal vertrekken 286 bommenwerpers voor deze missie. Zeventien keren die nacht niet terug waarvan drie van het 300 Squadron. Twee van de Lancasters worden boven Nederland neergeschoten. Van de 14 bemanningsleden overleeft er slechts een de crash.

Bommenrichter Morski uit de Lancaster BH – C wordt gevangen genomen. Boordwerktuigkundige Bladowski spoelt aan bij Wijdenes en wordt daar begraven en later overgebracht naar Breda. De andere bemanningsleden worden bij de berging van het vliegtuig in mei 2003 geborgen en worden in Breda begraven in een gezamenlijk graf.

Van Lancaster BH – K raakt radio operator Pacula vermist. De andere bemanningsleden worden in de loop van 1944 gevonden. Van hen ligt boordwerktuigkundige Szeliga ligt begraven in Elburg. Drie bemanningsleden, staartschutter Bardzo, piloot Różański en koepelschutter Wróblewski, vonden eerst een graf in Urk maar werden later herbegraven in Amersfoort waar ook bommenrichter Bakun en navigator Hahn begraven liggen. De foto bij dit bericht toont de crew van Różański in juni 1944, kort voordat ze omkomen.

Over het 300 Squadron: “Ziemi Mazowieckiej”

Op 28 juni 1940 stuurde het Britse Air Ministry een telegram naar de 6th Bomb Group met het bevel om het eerste Poolse bommenwerpersquadron nr. 300 te vormen. Dit startte met de eenmotorige Fairey Battle.  Later in de oorlog stapten ze eerst over op de tweemotorige Wellington en ten slotte op de viermotorige Lancaster.

300 Squadron voerde 3.891 missies uit, waaronder 684 gevechtsmissies, waarbij 10.712 ton bommen werd afgeworpen. 15 Duitse vliegtuigen werden vernietigd of beschadigd tijdens de gevechten, met 79 eigen verliezen. 371 piloten kwamen om en 87 werden gevangengenomen. Het squadron werd ontbonden op 2 januari 1947. Van de 371 slachtoffers liggen er 44 begraven in Nederland.

Embleem 300 Squadron
Embleem 300 Squadron

Rózanski en zijn bemanning

Via de site van Bomber Command Museum of Canada is een uitgebreide geschiedenis te vinden van het squadron. Daarin staat ook een passage over deze beide bommenwerpers:

“LL807 was brought down by flak at the Dutch coast, probably from Texel, while outbound, and crashed into the Ijsselmeer with no survivors from the crew of F/L Rozanski. DV286 was on its way home when it was intercepted by a night fighter, and also crashed into the Ijsselmeer, killing F/S Rembecki and all but one of his crew. The bomb-aimer, P/O Morski, managed to drop through the escape hatch underneath him, and parachute to safety, and he was rescued by two Dutch fishermen, before being handed over to the Germans.” (pag 180).

Op pagina 178 en 179 zijn foto’s te vinden van het vliegtuig en de bemanning.

Meer informatie over de beide vliegtuigen

De site Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 schrijft over de crash van DV286 het volgende:

“Lancaster DV286 vertrok om 23:20 uur vanaf RAF Faldingworth voor een bombardement op de Nordstern-fabriek voor synthetische olie in Gelsenkirchen in Duitsland. Op weg naar huis, terwijl het de Nederlandse kust overstak, stortte het in brand neer nadat het was onderschept door nachtjagerpiloot Leutnant Gottfried Hanneck van 6./NJG 1, die was opgestegen vanaf vliegveld Deelen in een Bf 110G-4. Piloot P/O. B.F. Morski werd gered door twee Nederlandse vissers en later overgebracht naar een Duits marineschip. Boordwerktuigkundige Sgt. F.S. Bladowski spoelde aan bij Wijdenes. Het vliegtuig is in mei 2003 geborgen en de bemanningsleden zijn hierna begraven in Breda op 25 oktober 2003.”

Bladowski werd op 17 juni 1944 begraven in Wijdenes en is eerder moment overgebracht van Wijdenes naar Breda en ligt daar in een eigen graf. De vijf in in 2003 geborgen bemanningsleden liggen in een gezamenlijk graf.

Het blijkt bij verder zoeken op internet dat de Stichting Aircraft Recovery Group zich heeft ingezet voor de berging van de slachtoffers. Op hun website staat een relaas van de zoektocht en foto’s van de berging.

Sinds 2007 staat er op de Zuiderdijk 41 in Wijdenes een monument ter nagedachtenis aan de bemanning van deze Lancaster.

Bronnen

De PDF van Bomber Command Museum of Canada is ook op onze site te raadplegen mocht bovenstaande link (op termijn) niet meer werken.

Via de site van het IWM zijn meerdere foto’s te vinden van het squadron en de bemanningen. De foto’s bij dit artikel zijn van deze bron.

Hieronder een Wellington van het squadron die wel terugkeerde op de basis.