“VOOR UW VRIJHEID EN DE ONZE” – Poolse offers voor de vrijheid

“VOOR UW VRIJHEID EN DE ONZE” – DE POOLSE SLACHTOFFERS VAN DE STRIJD IN NEDERLAND

Onder deze titel schreven we samen met de Stichting Driel-Polen een artikel. Dit artikel is geplaatst in het magazine van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum. Het artikel sluit naadloos aan bij de lezing die we samen verzorgen op zaterdag 30 maart.

Voor de lezers van dit magazine is de Poolse strijd in Nederland onlosmakelijk verbonden met de septemberdagen van 1944. Ook het Poolse aandeel in de bevrijding van het zuidwesten en noordoosten van ons land is redelijk bekend. Onderbelichter is de rol van Poolse piloten en verzetsstrijders. Tijd om eens wat licht te werpen op de offers die werden gebracht, met speciale aandacht voor de Slag om Arnhem.

Het artikel is in PDF te lezen op Polen in Beeld. Bij het artikel namen we op deze site ondersteunende informatie op.

Foto boven dit bericht: © IWM (CH 3014)
The new Polish Air Force standard was made by women and their families in Wilno (Vilnius) in Poland, then under the Soviet occupation, and was smuggled to Sweden by Japanese diplomats from where it eventually reached Britain in March 1941.

Mysterie in Sint-Michielsgestel: Lege graven?

Op 19 september 1944 worden gliders van leden van de Poolse parachutisten brigade naar hun landingszone gesleept op de Johannahoeve bij Oosterbeek. In glider met ‘chalknumber’ 126 zitten de piloten sergeant Ronald Osborne en sergeant Norman Whitehouse van de Glider Pilot Regiment en de Poolse geschut bemanning: Kanonnier Maśłorz en Kanonnier Nowak bij hun 6-pond antitank geschut en jeep.

Boven Brabant wordt de glider geraakt door Duits luchtafweergeschut en de glider crasht bij Sint-Michielsgestel. Alle vier de slachtoffers worden begraven op de rooms-katholieke begraafplaats. Na de oorlog – in 1946 – worden de beide Polen overgebracht naar de oorlogsbegraafplaats in Oosterbeek. De beide Britse slachtoffers blijven in Sint-Michielsgestel.

Wie vandaag de dag de begraafplaats bezoekt ziet opmerkelijk genoeg nog vier grafstenen op een rijtje. De twee graven van de glider pilots en twee grafstenen met de tekst “A SOLDIER OF THE 1939-1945 WAR | POLISH ARMY AIRBORNE 19TH SEPTEMBER 1944”. Het gaat om de eerste en tweede steen van een rijtje van vier.

Vier of zes slachtoffers?

In 2012 schreef Jos van Alphen een verhandeling over deze graven (in PDF op Polishwargraves). Zijn verslag bevat correspondentie tussen het Rode Kruis en de gemeente over de slachtoffers. Daarin duikt het aantal van zes slachtoffers op dat bij de crash zou zijn omgekomen. In een lijst met slachtoffers zien we het volgende:

Bij Maśłorz en Nowak staat ‘ herbegraven’. Dit suggereert dat de lijst is van na 1946 toen de beide lichamen zijn overgebracht naar Oosterbeek. Osborn wordt hier nog, ten onrechte, ook als Pool aangemerkt. Op deze lijst staan dus nog twee onbekende Poolse soldaten van het luchtlandingsleger. Echter volgens de logs van de vlucht waren maar vier militairen aan boord.

Verslag van 20 september 1945

De verhandeling bevat ook nog een verslag, op geschreven door een onbekende persoon een jaar na dato op 20 september 1945. Hierin staat beschreven dat de lichamen van beide Polen worden geïdentificeerd.

Daarna staat beschreven (zie afbeelding) dat “Van andere lijken werden bijgaande linkermouw-distinctieven afgenomen, welke hierbij gaan in enveloppe gemerkt Poland Airborne.” Dit zou uiteraard kunnen gaan om de beide lichamen van de gliderpilots. omdat de schrijver het hier over meervoud heeft, gaat dit in ieder geval ten minste om twee lichamen. Wat zouden we graag de inhoud van de enveloppe kennen.

Intrigerend taalgebruik in verslag

Daarna volgt hoe de Duitser te plaatste komen en papieren meenemen. Ten slotte volgt dan nog een intrigerende zin: “Onder de wrakstukken in den grond liggen zeker nog twee lijken, doch gezien den oorlogstoestand is nog niet met de uitgraving daarvan kunnen worden begonnen.”

Deze zin is om twee redenen intrigerend. Ten eerste: Zijn dit de lijken waarvan de mouwemblemen zijn afgenomen of andere lijken? Als dit andere lijken zijn, dan komt het opstelsommetje tot ten minste zes lijken. Ten tweede het taalgebruik. Dit suggereert alsof dit opgeschreven is kort na het gebeurde en niet een jaar later zoals de datering onderaan aangeeft. Je zou eerder verwachten ” ……den oorlogstoestand kon nog niet met de uitgraving daarvan worden begonnen.” Waarna dan de slotzin onderaan het verslag een logische toevoeging zou zijn dat op een later moment uit gedane opgraving bleek dat er geen stoffelijke resten meer aanwezig waren.

Het stuk vermeld verder nog hoe alle lichaamsdelen van de bemanning op 20 september 1944 op de R.K. begraafplaats na een dienst in de parochiekerk ter aarde zijn besteld. Als laatste zin bevat het stuk nog “Uit gedane opgravingen is gebleken, dat er geen lijken of resten van lichaamsdelen ter plaatse nog aanwezig zijn.”

Terug naar de vraag: vier of zes?

In zijn betoog eindigt van Alphen met de conclusie dat er niet meer dan vier personen aan boord van de glider waren waarmee het vermoeden ontstaat dat beide grafstenen in Sint-Michielsgestel een mooi aandenken zijn aan de beide daar omgekomen Polen maar dat in het graf geen resten meer liggen van Poolse para’s.

Maar net zo goed dat een fout in de informatie kan sluipen in Nederland in 1944 en 1945 zou dit ook het geval kunnen zijn geweest aan de kant van het Britse of Poolse leger. Navraag bij Commonwealth War Graves Commission leert dat zij zeker zijn dat er in de graven nog twee stoffelijke overschotten liggen.

De vraag is dan natuurlijk welke vermiste militairen dan onder de grafsteen liggen. Twee Polen die niet meer konden afwachten om de strijd aan te gaan? Zolang de graven gesloten blijven, en er geen andere informatie opduikt, zal er geen een eenduidig antwoord zijn.

Extra’s

De genoemde Jan Zając op de lijst is een lid van de Pantserdivisie. Hij overleed in het militaire hospitaal in Sint-Michielsgestel. Overigens bevat het legernummer op de lijst een typefout. Dit moet zijn V3652.

De PDF van Jos van Alphen is ook hier opgeslagen mocht bovenstaande link naar Polish Wargraves in de toekomst eventueel niet meer werken.

Na 78 jaar een naam op de grafsteen: PLT. E Morchonowicz

Sergeant (Plutonowy in het Pools) Edward Morchonowicz van de 8e Compagnie van het 3e Bataljon van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade. In het vooroorlogse Polen was hij sinds 1935 onderofficier in het 24e Ulanen (cavalerie) Regiment in de stad Kraśnik.

Voor de oorlog  en de septembercampagne van 1939

In 1938 nam hij deel aan de verovering van Zaolzie, op de Tsjechen, dat sinds 1920 bezet was. In 1939 nam hij met zijn regiment deel aan gevechten tegen de Sovjets in Jordanów-Kasina Wielka, Zegartowice, Leszczyna, Pcim, Głogów-Rzeszów-Łańcut, Radymno , Jaworów, Grzybowice en verdediging van Lwów. Op 20 september 1939 stak hij de grens over en werd geïnterneerd in Hongarije.

Op oudejaarsavond van 1940 arriveerde hij in Frankrijk en werd soldaat van het 1e Squadron van de 10e Gepantserde Brigade. Zijn eenheid nam niet deel aan de Franse Campagne van april/mei 1940. Op 26 juni arriveerde hij in Engeland, waar hij soldaat werd van het 24e Ulanen Regiment (gepantserd).

Lid van de brigade

Begin 1942 solliciteerde hij bij de parachutistenbrigade. Omdat hij een zeer goede instructeur en soldaat was, weigerden zijn superieuren hem te laten gaan. Hij solliciteerde nogmaals. Ze weigeren hem opnieuw. Dus hij begint te drinken en gedraagt zich als de ergste. Daarvoor werd hij gedegradeerd tot de rang van korporaal en overgeplaatst naar het 10e Drakenbataljon. Uiteindelijk geven zijn superieuren hem eind 1942 toestemming om over te stappen naar de parachutistenbrigade.

Morchonowicz kwalificeerde zich als parachutist, para-badge nr. 2669. Binnen anderhalf jaar herwon hij de rang van Lance Sergeant en kreeg hij zeer goede beoordelingen van zijn nieuwe superieuren. Zijn vrienden van de Parabrigade herinnerden hem als een zeer opgewekt en open persoon. Zijn enige nadeel was dat hij stotterde tijdens het spreken. Dit nadeel verdween als hij zingt en hij zingt vaak en speelt accordeon.

Ooit had hij een hekel aan een nieuwkomer in zijn peloton. Andere soldaten vroegen hem: “Waarom scheld je hem uit?” Hij antwoordde: “Omdat hij mij bespotte”. Ze zeiden tegen hem: “Hij bespotte je niet, hij stotterde ook”. Vanaf dit moment werden ze vrienden.

De trotse Wachmistrz

Hij werd ook herinnerd als een trotse cavalerieman. Hij probeert zich te kleden als een cavalerist en draagt een broek en laarzen voor een expeditieruiter in plaats van een gevechtsbroek en munitielaarzen. De soldaten die hij kende van zijn cavalerie-eenheid in Polen zeiden altijd: ‘Je bent geen schutter, je bent een parachute-uhlan.’ Over hemzelf “Ik ben geen sergeant, ik ben parachute Wachmistrz (sergeant in de Poolse cavalerie, afgeleid van het Duitse Wachtmeister, in het Nederlands wachtmeester)”.

In Driel en Oosterbeek

Hij werd op 21 september in Driel gedropt vanuit Dakota met krijtnummer 75. In de nacht van 22 op 23 september stak hij met zijn 8ste compagnie de Rijn over in drie rubberboten, twee 2-persoons en één 4-persoons, “geleend” op het vliegveld van Amerikanen. 36 van hen staken die nacht de rivier over.

Op de ochtend van de 23e namen ze posities in bij de vijver bij het kruispunt van de Benedendorpsweg en de Kneppelhoutweg. Na de ochtendbeschietingen werd hij dood aangetroffen, met splinterwonden. Hij was het eerste slachtoffer van soldaten die de Rijn overstaken. Hij werd door zijn kameraden 70 meter achter posities begraven, zoals vermeld in het rapport over zijn dood. Hoewel hij in 1945 door de Britse autoriteiten werd geïdentificeerd, had hij tot 2022 geen bekend graf.

Herinwijding

Volgens onderzoek op basis van Poolse en Britse militaire en CWGC-documenten werd hij als onbekende Poolse soldaat begraven in graf 18.A.1 op de Oorlogsbegraafplaats van Oosterbeek. Postuum werd hem het Cross of Valor toegekend.

De grafsteen op graf 18.A.1 is in de zomer van 2022 veranderd van ‘onbekende Poolse soldaat’ naar die met zijn naam en gegevens.

PLT.
E MORCHONOWICZ
3 BAON SPAD
23RD SEPTEMBER 1944 AGE 28

Op vrijdag 15 september 2023 vond een herinwijdingsceremonie plaats.

Tekst, portret en fotoveldgraf via Mateusz Mroz. Zijn onderzoek resulteerde in de herinwijding van het graf op de ‘Airborne begraafplaats’ in Oosterbeek. Herinwijding foto’s via Stichting Driel-Polen.

Toegankelijkheid Poolse graven Oosterbeek verbeterd

Op de oorlogsbegraafplaats in Oosterbeek liggen de Polen begraven die sneuvelden in september 1944. De Polen die eerst in Driel begraven lagen bij de kerk of in hun veldgraf zijn in 1947 ook hier begraven. Zij liggen aan de achterkant in een rij links en rechts van de ingang. Ze maar gerust wat achteraf en vaak gemist op het moment dat je het kerkhof oploopt.

De beheerder van de begraafplaats heeft dit nu aanpast. Zo is het nu mogelijk om direct na de ingang links en rechtsaf te slaan en is de ruimte achter de beide gebouwtjes die daar staan nu meer open. Daardoor vallen de graven meer op. Ook is het grasveld daar nu voorzien van een hard ondergrond. dit omdat deze plek onder de bomen vaak was nat is zoals ook goed te zien is aan de groene aanslag op de graven zelf.

Hieronder nog twee foto’s en korte videoimpressie die we maakten op deze zonovergoten dag.

Videoimpressie van deze graven. Uiteraard liggen er tussen de andere graven, overwegend aan de zuidkant van het veld, nog meer Polen begraven.

Lichtjes op Poolse graven

Het zal u mogelijk opvallen als u Poose oorlogsgraven bezoekt dat heel vaak een kaarsje brand op het graf. Of dat er een inmiddels uitgebrand lichtje bijstaat. Zo ook de foto van het graf van Bankowski op Jonkerbos bij Nijmegen (zie foto) Dit heeft natuurlijk te maken met de overwegend katholieke achtergrond van de Polen. Het branden van een kaarsje is daar heel gebruikelijk en dat zie je in Nederland terug bij de Poolse graven.

De katholieke feestdag ‘Aller Heiligen’ is een belangrijke feestdag voor veel Polen. Een traditie op deze dag is om een kaarsje op te steken op het graf van een dierbare. In Polen betekent dit dat het op de avond van Aller Heiligen heel druk is op begraafplaatsen. Bovendien reizen veel Polen af naar hun geboortedorp.

Dat betekent dat op die dagen bij nagenoeg alle graven wel kaarsen branden en ook dit zien we steeds meer terug in Nederland. Wees niet verbaasd als u op de avond van 1 november opeens bij alle Poolse graven lichtjes ziet branden. Zo gaan nazaten, immigranten en andere betrokken op deze dag naar de Poolse graven in Nederland om daar een lichtje op te steken.

Bijvoorbeeld op de graven bij de bevrijders die vochten bij Oosterbeek en Driel en die liggen op de oorlogsbegraafplaats van Oosterbeek. Gelegen in de bossen creëert dit een hele aparte ervaring.

Onze tip is om tegen het vallen van de avond langs te gaan bij een van de begraafplaatsen bij u in de buurt om dit te aanschouwen.