De Poolse antitank eenheden in Oosterbeek

De Poolse antitank eenheden in Oosterbeek

In 2022 verscheen het boekje ‘Anti-tank Artillery Squadron in the Battle of Arnhem’. Een boekje vol met feiten en analyses over de inzet van de Poolse antitankeenheid van de parachutisten brigade. Door deze focus geeft het ook veel inzicht op een vaak onderbelicht onderdeel van de strijd aan de noordkant van de Rijn.

De inzet van de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade bij operatie Market Garden

Zonder hier de plannen in detail uit te werken waren aan het begin van de operatie de plannen om de brigade in vier fases over te brengen vanuit Groot Brittannië naar Arnhem. Het grootste deel, de licht bewapende parachutisten zouden op de derde dag (19 september dus) gedropt worden ten zuidoosten van de brug in Arnhem in de buurt van Elden. Voor meer details over de plannen en de totale Poolse inzet verwijzen we naar ons dossier Driel 44.

Het antitankgeschut, en hun jeeps met voorraden zouden via gliders op dag twee en drie landen aan de noordkant van de Rijn. Het zwaardere materiaal was via de weg via België onderweg. Zo kwamen uiteindelijk de Poolse ambulances bijvoorbeeld in Driel.

Onderstaande foto toont hoe een stuk wordt ingeladen in een glider. De tweede foto toont een dergelijk stuk achter een jeep. Dit zijn overigens Britse troepen. Van de Poolse stukken is bij ons slechts een foto bekend (zie foto boven dit bericht).

A SIX-POUNDER ANTI-TANK GUN being hauled into a HORSA GLIDER at KEEVIL – 5th June 1944. (© IWM CH 18826)

Omdat de geschutstbemanning van de 6-ponder anti-tank kanonnen bestond uit meer dan de twee man die met de gliders meekonden vliegen zou de rest als parachutist gedropt worden. Totdat de eenheden weer samen waren was het plan dat de gliderpiloten als geschutsbemanning zouden meedraaien.

Tot zover de plannen. Het verliep uiteindelijk anders.

Dag twee: De eerste 5 stukken bereiken Oosterbeek

Op de tweede dag van de landingen, 18 september vliegen en landen de gliders nog redelijk ongestoord op de geplande landingszone ‘S’ (LZ-S) in de buurt van Wolfheze. Van daaruit rijden ze via Heelsum naar Oosterbeek waar de stukken vlak bij het Britse hoofdkwartier in Hartenstein in stelling worden gebracht. Ze staan ruwweg rond de splitsing Oranjeweg – Utrechtseweg en de Sonnenberglaan.

Jeep met 6 pond antit-ank kanon (© IWM H 37698)

Dit brengt het boekje mooi in kaart op basis van de verslagen van luitenant Mleczko die de positie van de stukken intekende op de kaart. Zoals het boekje optekent zijn 18 Polen – aangevuld met de gliderpilot en vijf kanonnen dan in stelling gebracht.

Dag drie: veel verlies van materialen

Op de 19de wordt de vlucht van de parachutisten afgelast door mist op de vliegvelden. De tweede groep gliders met kanonnen vertrekt wel en deze land aan het einde van de middag op LZ-L ten noorden van Oosterbeek rond de Johannahoeve. Rond dat terrein wordt op het moment hard gevochten tussen de inmiddels oprukkende Duitsers en de daar verdedigende Britten. Gevolg is dat bij de landing veel materiaal verloren gaan en dat van de tien overgevlogen kanonnen uiteindelijk maar twee het landingsterrein verlaten terwijl er een aan de rand gelijk ingezet wordt.

Van de 8 combinaties van jeeps met trailers verlaten er maar twee het landingsterrein. Behalve materiaal verliezen de Polen ook manschappen (lees het verhaal van Edward Trochim) omdat ze sneuvelen, gewond raken of gelijk gevangen genomen worden.

Als de geredde jeeps, stukken en trailers via Wolfheze de anderen in Oosterbeek bereiken zijn 44 Polen met 7 kanonnen inzetbaar aan de noordkant van de Rijn.

Van Hartenstein naar de zuidkant van de perimeter

Het boekje geeft een gedetailleerd relaas van de wijze waarop de stukken de strijd aan de noordwestkant van de perimeter in Oosterbeek ondersteunen als daar de Duitsers oprukken en het door de geallieerde troepen bezette gebied proberen in te nemen.

Een het einde van de woensdag wordt duidelijk dat de Poolse antitank eenheden nodig zijn om de zuidkant van de perimeter te helpen verdedigen waar de Duitsers zowel vanuit het westen als vanuit het oosten proberen de Britten af te snijden van de Rijn en daarmee van het uit het zuiden oprukkende XXX-corps. Tijdens deze transfer van de stukken worden de Polen beschoten en verliezen ze nog weer enkele manschappen.

Aan de zuidkant van de perimeter nemen ze vervolgens stelling in de buurt van de Oude kerk en bij de T-splitsing Kneppelhoutweg, Benedendorpsweg. Onderstaande foto is een iconische foto uit de strijd bij Oosterbeek en toont een 6-ponds geschut bemand door manschappen van No. 26 Anti-Tank Platoon, 1st Border Regiment. De inzet van de Poolse stukken zal er vergelijkbaar hebben uitgezien.

‘Gallipoli II’, a 6-pdr anti-tank gun of No. 26 Anti-Tank Platoon, 1st Border Regiment, 1st Airborne Division, in action in Oosterbeek, 20 September 1944. The gun was at this moment engaging a German PzKpfw B2 (f) Flammpanzer tank of Panzer-Kompanie 224 and successfully knocked it out. (IWM BU 1109)

De ‘infanteristen’ van de eenheid

Terwijl een deel van de antitankeenheid felle strijd levert in Oosterbeek wacht het andere deel op het vertrek van hun vlucht naar het slagveld. Dit gebeurt eindelijk op de middag van 21 september. De dropzone is dan verplaatste van de omgeving Elden naar Driel. De manschappen van de antitankeenheid die dan landen in Driel worden bij gebrek aan hun antitank kanonnen opdracht zich als gewone infanterie ingezet bij de verdediging van Driel tegen Duitse aanvallen.

Bij de pogingen de Rijn over te steken bereiken in de nacht van 22 op 23 september iets meer dan 50 manschappen van het 3de bataljon, 8ste compagnie de noordoever. Zij nemen stellingen in aan de zuidwest kant van de perimeter rond de al eerder genoemde Kneppelhout weg.

Bij de tweede poging, in de nacht van 23 op 24 september bereiken ruim 150 man vanuit Driel de noordoever. Daaronder ook de ‘infanteristen’ van de antitankeenheid. Omdat tegen die tijd een groot deel van de kanonnen is uitgeschakeld worden zijn ingezet bij de van Lennepweg om daar de perimeter te helpen verdedigen terwijl andere troepen de Britten ondersteunen aan de Stationsweg in Oosterbeek.

In meer detail

Het boekje behandelt uiteraard in veel meer detail de tijdslijnen, de locaties en voor veel van de gesneuvelden de omstandigheden van hun dood.

Door de detaillering en het gebruik van niet altijd goed verklaarde afkortingen is het niet een boekje wat makkelijk weg leest maar dat is de schrijver Nigel Simpson en Mateusz Mroz vergeven. Het boekje is namelijk een must have voor iedereen met een bovengemiddelde belangstelling voor de Poolse inzet vooral omdat hierin de vaak onderbelichte rol van de Polen in Oosterbeek goed uitgelicht wordt.

De komende tijd gebruiken we die informatie om op Poolse Oorlogsgraven hun pagina’s aan te vullen met deze informatie, bijvoorbeeld het tot tweemaal toe heldhaftige optreden van Karol Standarski die dit in Oosterbeek met zijn leven moest bekopen.

Het boekje is in Nederland te krijgen bij de Vrienden van het Airborne Museum.

De bijzondere weg naar de vrijheid van Bartek Mazur

De bijzondere weg naar de vrijheid van Bartek Mazur

Iedere Poolse bevrijder had zijn eigen verhaal over de route naar Nederland. In ‘Five Prisons to Arnhem’ maken we kennis met het verhaal van Bartek Mazur. Het boek verscheen al in 2022 in de VS maar is nu via ons en de Stichting Driel Polen ook in Nederland te krijgen*.

Gangbare routes

Er zijn ruwweg drie gangbare routes hoe onze Poolse bevrijders naar het westen kwamen om zich aan te sluiten bij de parachutistenbrigade of de pantserdivisie. Ten eerst weken na de najaarscampagne van 1939 veel militairen uit naar Roemenië en Hongarije om door te reizen naar Frankrijk om zich aan te sluiten bij de Poolse strijdkrachten. Een tweede route volgde Polen die door de Sovjet gedeporteerd werden naar werk- en strafkampen diep in de Sovjet Unie. Zij kwamen vrij nadat de Sovjets ook in het geallieerde kamp kwamen en reizend vervolgens via de Kaukasus, Perzië en Afrika naar het VK . De derde route betreft Polen die de pech hadden via Duitse dienstplicht of dwangarbeid in het westen te komen. Zij liepen over naar de geallieerden zodra daar de kans voor was.

Dit verhaal van Bartek Mazur volgt een andere route.

Langs vijf gevangenissen

Bartek Mazur groeit op met een talent voor talen en de piano. Zijn plannen aan het eind van het lyceum worden verstoord door de Duitse inval in 1939. Hij hoort in 1940 dat zijn vader vermoord is als politiek gevangene in Mauthausen. Dat maakt hem vastbesloten om wraak te nemen. Samen met twee vrienden besluit hij door Duitsland naar Zwitserland te reizen om zich daar te melden bij het Poolse consulaat. Alles lijkt voorspoedig te gaan totdat ze in Zwitserland opgepakt worden. Dan begint zijn reis langs de vijf gevangenissen van de titel. Op zijn reis komt hij nog in Frankrijk en Spanje voordat de laatste opsluiting volgt in het VK.

Bartek als Lyceum scholier

Zoals uit de titel is af te leiden, is dat niet het eindstation. Hij sluit zich aan bij de parachutistenbrigade en wordt hij ingezet bij Driel als onderdeel van operatie Market Garden.

De schrijver en zijn boek

Het boek is geschreven door Bartek Mazur zelf die zijn herinneringen wilde vastleggen voor zijn kinderen. Zijn dochter Edina liet de teksten zien aan een uitgever en die zei: “Je hebt een boek!”. Zoals we van de dochter begrepen vroeg het nog een inspanning om de handgeschreven memoires om te zetten naar een publiceerbare tekst ondersteund met beeldmateriaal maar dan toch lag er het boek.

En die inspanning loont. Het is een handzaam boek wat prettig leest met aantrekkelijk taalgebruik. De schrijver, die na de oorlog psychiater werd en beeldend kunstenaar, vindt via de redactie van zijn dochter een goede mix van beschreven herinneringen maar ook reflecties.

De handgeschreven memoires en foto’s van Bartek in zijn uniform

Ook het voor- en nawoord van de dochter versterken het verhaal met goede aanvullingen. Bizar is het in het voorwoord beschreven vooral dat het gezin Mazur aan tafel zit als ze denken dat ze hun gearresteerde vader met de wandelstok op de deur horen kloppen. Helaas is hij daar niet en later blijkt deze gebeurtenis overeen te komen met het moment van overlijden in Mauthausen.

Driel

Bartek en zijn beste vriend Sławek maakten onderdeel uit van de parachutisten die bij de tweede poging vanuit Driel de Rijn overstaken. Op het moment dat Bartek wilde instappen is de boot vol en vertrok zijn vriend naar de gevechten in Oosterbeek. Bartek bleef in Driel. Toen de strijd in Oosterbeek gestaakt werd keerde Sławek niet terug uit Oosterbeek. Ze zien elkaar pas terug na de oorlog.

De vrienden na de oorlog in Schotland

Reflecties

Door de beschouwing van de schrijver zelf, die als man op leeftijd terugblikt op zijn jonge zelf, zou het in de literatuur een ‘ontwikkelingsroman’ genoemd kunnen worden naast de ‘roadmovie’ die het natuurlijk ook is. Het is interessant om te lezen hoe de psychiater een voorval in Driel analyseert en hoe het verlopen is met zijn wraakgevoelens jegens de Duitsers.

Zijn laatste woorden schreef Bartek nog na de 50ste herdenking in 1994 waar hij in Driel zijn beste vriend Sławek uit de oorlog terugziet die hij na 1953 uit het oog was verloren.

De vrienden ontmoeten elkaar in 1994
Sławek (l) en Bartek samen in Polen

Dit verhaal zelf lezen?

Wilt u de ervaringen van Bartek Mazur zelf lezen? Het Engelstalige boek is verkrijgbaar voor €25 euro bij eventuele lezingen die we samen met de Stichting Driel Polen verzorgen. Kunt u daar niet op wachten? Stuur dan een mailtje via ons contactformulier op Polen in Beeld of gebruik de knop hieronder. Vermeld daarin uw naam en adres. Voor het toezenden via de post vragen we wel € 5 extra om de verzendkosten te dekken. We sturen u natuurlijk eerst een e-mail hoe u voor het boek kan betalen.

Rode Knop
*) Het boek is ook te bestellen op Ebay maar dan wel met forse verzendkosten.
Foto's met dank aan Edina Mazur
Deze blog was eerst gepubliceerd op Polen in Beeld

Dodelijke oudejaarsdag bij Kapelsche Veer

In de winter van 1944-45 vormde de Bergsche Maas de grens tussen bevrijd gebied en het nog door de Duitsers bezette noorden van Nederland. Uitzondering was het eilandje tussen de Bergsche Maas en het Oude Maasje bij Kapelsche Veer. Hier hadden de Duitsers nog een laatste bruggenhoofd.

De geallieerden wilden dit innemen. In de nacht van 28 op 29 december verkenden de Poolse Pantserdivisie de omgeving en stuitten op hevige Duits weerstand. Twee nachten later, 30 op 31 december volgde een serieuze aanval. Hierbij verloren de Polen 49 man, waaronder 12 gesneuvelden, allen van de 9 Batalion Strzelców Flandryjskich (9e Infanteriebataljon “Vlaanderen”).

Met nog drie andere slachtoffers op andere plekken had de divisie die dag 14 dodelijke slachtoffers te betreuren:

Gesneuvelden bij Kapelsche Veer

Allen van het 9 Batalion Strzelców Flandryjskich (9e Infanteriebataljon “Vlaanderen”):

  1. Strzelec (Fusilier)  Tadeusz Wysocki (14-2-1926)   
  2. Strzelec (Fusilier)  Adam Szwed (5-4-1921)   
  3. Starszy strzelec (Korporaal)  Bronisław Szulu (15-4-1909)   
  4. Kapral (Korporaal 1)  Eryk Skóra (1-12-1923)   
  5. Strzelec (Fusilier)  Józef Sękowski (9-3-1924)   
  6. Starszy strzelec(Korporaal)  Alfred Kalamojczyk (1-1-1925  ) 
  7. Strzelec (Fusilier)  Marceli Januszewski (6-7-1920) 
  8. Strzelec (Fusilier)  Leon Jankowski (21-4-1920)   
  9. Starszy strzelec (Korporaal)  Zbigniew Faszczewski (7-7-1921) 
  10. Kapral (Korporaal 1)  Ignacy Cichocki (1-2-1910)   
  11. Podporucznik (Tweede Lt.)  Leon Czertok (14-4-1920)   
  12. Strzelec (Fusilier) Edmund Babiak (30-8-1920)

Gesneuvelden op andere locaties

  • Starszy strzelec (Korporaal) Tomasz Kuczma (21-12-1914) 11 kompania saperów (11e Compagnie Genietroepen) : komt om door een ongeluk met zijn wapen (foto nr. 13)
  • Strzelec (Fusilier) Zygmunt Sosnowski (2-5-1923) ook van 9 Batalion Strzelców Flandryjskich  (9e Infanteriebataljon “Vlaanderen”) maar in 32 British Cas. Clearing Station, Goirle. Raakte op 29 december gewond door een granaatscherf op de dijk tussen Sprang-Capelle en Waspik (foto nr. 14).
  • Starszy strzelec (Korporaal) Alojzy Szychliński (12-6-1922)  1 pułk artylerii przeciwpancernej  (1e Antitankregiment): Sneuvelt bij Engelen, ten noorden van Den Bosch (foto nr. 15).

Tweede aanval 7 januari

Omdat de aanval in de oudejaarsnacht niet succesvol was bleven de gevechten door duren rond ‘het eiland’. Zo sneuvelden er enkele Polen op 5 januari ten westen van het eiland bij Raamsdonkse veer / Raamsdonkse Keet.

In de nacht van 6 op 7 januari wordt opnieuw een grootschaligere aanval uitgevoerd om het eiland in te nemen. Daarbij sneuvelen nog eens 27 Polen op 7 januari en 4 op 8 januari.

De jongste is Strzelec (fuselier) Zygmunt Rydlewski, geboren op 29 mei 1926 in Orlowo, een kleine veertig kilometer ten noorden van Toruń. De oudste is Strzelec (fuselier) Augustyn Małek. Hij kwam uit Radlin ten zuidwesten van Katowice waar hij op 26 november 1907werd geboren. Deze regio, Ślaski (Silezië) was Pruisisch voor de Poolse onafhankelijkheid van 1918 en werd door Duitsland ingelijfd na de inval van 1939. Uit bescherming voor waarschijnlijk achtergebleven familieleden vocht Małek onder de naam Michalski. Zo vochten meerdere Polen onder een pseudoniem.

Beiden liggen begraven in Breda op Begraafplaats Laurentius (Ginneken)

Topografische kaart via Topotijdreis.