Van bommen op Hitler naar voedsel voor Holland

De laatste dagen van de Tweede Wereld oorlog dropten de geallieerden voedsel boven het westen van Nederland: Operatie Manna en Chowhound. Na de hongerwinter was in de nog door Duitsers bezette gebieden een gebrek aan eten.

Operatie Manna werd uitgevoerd door de RAF waaronder het Poolse 300 squadron. Zo kan het piloot Wierzbowski in zijn Lancaster NG265 BH-V binnen week bommen dropt op het huis van Hitler en voedsel bij Gouda.

Operatie Manna en Chowhound

Nadat de verloren strijd rond de Rijnbrug van Arnhem volgde boven de grote rivieren nog een periode onder Duitse bezetting. Het transport naar het westen kwam tot stilstand. Zo kon vanuit het bevrijde zuiden geen steenkool meer vervoerd worden, staakte de spoorwegen in opdracht van de Nederlandse regering en blokkeerden de bezetter de toevoer van goederen naar de Randstad. Door gebrek aan warmte en voedsel in combinatie met de koude januari maand ontstond wat bekend is geworden als ‘de Hongerwinter’. De bevolking van de grote steden trok tijdens hongertochten naar het platteland om bij boeren voedsel te bemachtigen. Dit was niet genoeg en enkele tienduizenden kwamen om door de ontberingen.

In maart kreeg de bevolking zweeds wittebrood, gebakken van uit Zweden via boot aangevoerd mail. Eind april sloten de geallieerden met de Duitse bezetter een overeenkomst waardoor het mogelijk werd via de lucht voorraden te droppen vanuit bommenwerpers. De operatie onder Britse leiding kreeg de naam ´Manna´, die onder de leiding van de Amerikanen Chowhound.

Bommen op Hitler

Operatie Manna werd uitgevoerd door tientallen RAF squadrons waaronder Australische en ook het Poolse 300 Squadron “Ziemi Mazowieckiej”. Dit Poolse squadron was nagenoeg de hele oorlog actief en als laatste actie van het squadron wordt het bombardement van 25 april 1945 genoemd. Het doel die dag was de Obersalzberg in Brechtesgaden met het huis van Hitler.

Via International Bomber Command Centre Digital Archive van de Universiteit van Lincoln zijn enkele logboeken van Poolse vliegers in te zien. Zij vlogen vliegtuigen van het type Lancaster en die van 300 squadron waren herkenbaar aan de squadroncode BH.

Cpl. Tadeusz Wierzbowski heeft in zijn logboek de vlucht op 25 april naar Brechtesgaden staan van bijna 8 uur.

Beide foto’s van de Lancasters van het squadron komen uit dezelfde bron en de foto in vlucht is gemaakt tijdens de vlucht van 25 april naar Brechtesgaden en toont afgaande op de ´V´ op de romp en in het logboek het vliegtuig van Wierzbowski.

Ook bevat dit archief foto´s van Wierzbowski en zijn bemanning. De Lancaster met registratie NG265 is dezelfde bommenwerper met de herkenningsletter ´V´.

Voedsel voor Holland

Het 300 squadron was een van de tientallen RAF squadron´s die voorraden dropte boven Nederland. Zo ook Wierzbowski. Op 2 mei zien we een vlucht van net geen drie uur naar Gouda en op 7 mei een vlucht van drieënhalf uur naar Rotterdam opnieuw in Lancaster NG265 ´V´

Ook Warrant Officer Stanislaw Sewerin beschrijft in zijn logboek drie vluchten als “SPAM Dropping” begin mei. Hij benoemt helaas niet de bestemming van de vluchten.

De onderstaande foto toont Sewerin in uniform en de squadron batch van 300 Squadron: “Ziemi Mazowieckiej”.

Gouda en Rotterdam

Deze foto’s uit het archief Midden-Holland tonen Lancasters tijdens een dropping bij Gouda. De begeleidende tekst geeft aan dat dit 2-5 mei is. Helaas zijn de vliegtuigen te wazig om letters op de romp te onderscheiden om vast te stellen of het hier om de Polen gaat maar het geeft in ieder geval een impressie van die dagen.

Kijk hier voor meer foto’s van de dropping bij Gouda.

In het stadsarchief van Rotterdam is bewegend beeld te vinden van droppings door Lancasters. Ook hier helaas niet te herleiden of het de Poolse vliegtuigen zijn.

Meer over het squadron weten?

Het 300 Squadron: “Ziemi Mazowieckiej” was bijna de hele oorlog actief en verloor 371 bemanningsleden en 87 werden gevangengenomen. Van de 371 slachtoffers liggen er 44 begraven in Nederland. Lees op Poolse Oorlogsgraven hoe in een nacht twee Lancasters verloren gingen boven Nederland. Ten tijde van de voedseldropping opereerde het squadron vanaf het vliegveld RAF Faldingworth in Lincolnshire.

Beeldverantwoording

In de tekst verwijzen we naar de verschillende gebruikte bronnen. Als het beeldmateriaal is afgaande op die bronnen vrij te gebruiken.

De onbekende Poolse luitenant en sergeant op Ameland

De onbekende Poolse luitenant en sergeant op Ameland

Op 2 en 10 juli 1943 spoelen op Ameland bij Hollum twee lichamen aan die aan de kleding te identificeren zijn als Polen. Helaas is naast hun rang verder niet bekend over hun identiteit. Op hun graf op de begraafplaats in Nes staat dan ook alleen ‘An Airman of the War 1939 – 1945’, hun rang en ‘Polish Forces’.

Wie zijn de twee onbekende Polen?

Dit roept natuurlijk de vraag op wie deze twee onbekende Polen zouden kunnen zijn.

Uitsnede uit een presentatie op de site Amelander Historie met een korte beschrijving van alle daar aanwezige oorlogsgraven.

Stefan Tomicki?

Beide graven worden ook vermeld op de website polishwargraves.nl (nu in beheer bij de Oorlogsgraven Stichting) die voor een aanzienlijk de bron is geweest voor onze website. Die site vermeld bij de Porucznik (luitenant) die op 2 juli aanspoelde dat dit mogelijk Stefan Tomicki is. Hij raakte vermist bij de crash van Wellington bommenwerper met het registratienummer HE148, BH-T van het 300 Squadron Ziemi Mazowieckiej.

Deze crash vond plaatst in de nacht van 9 april 1943. Alle zes de bemanningsleden kwamen om. Slechts twee werden geïdentificeerd: de navigator Jan Rudek en schutter Stanisław Stępień. Zij spoelden aan op het strand bij Castricum en Egmond aan Zee. De dag na de crash. Beiden zijn begraven op de algemene begraafplaats in Bergen.

Gezien het verschil van de locatie waar het lichaam is gevonden en dat het bijna drie maanden later is, en het feit dat Tomicki de rang podporucznik had in plaats van porucznik is er reden om bovenstaande vermoeden zeker van een vraagteken te voorzien.

Voor het graf van de sergeant geeft polishwargraves.nl geen verdere informatie.

Andere opties?

Op onze site staan meerdere vliegers die vermist raakte in de periode voor de vondst van de lichamen. Naast de al genoemde Tomicki crashen in de periode voor begin juli 1943 nog dire vliegtuigen. We beginnen met de meest waarschijnlijke.

Op 12 mei crasht Halifax II met serienummer DT627 en squadron code NF-P van het 138 ‘special duties’ squadron in de Waddenzee voor de kust van Sint Jacobiparochie (volgens polishwargraves). Hun missie was agenten droppen in Nederland. Het loss register vermeld dat van de zeven koppige bemanning er vier aanspoelen op de Nederlandse kust met de datum waarop ze aanspoelde:

Dan blijven er drie vermisten over:

We vermelden bewust de rang in het Pools zodat de overeenkomst met de rangen op de graven opvalt. Gegeven de rangen van de vermisten en het moment en locatie van aanspoelen van de gevonden lichamen zouden dit mogelijke kandidaten kunnen zijn.

De vraag die dan opkomt is waarom deze bij de vondst niet geïdentificeerd konden worden terwijl de andere bemanningsleden wel geïdentificeerd zijn.  Helaas wordt bij bovenstaande beschrijving van de vondst niets vermeld over de staat van de lichamen die hier uitsluitsel overgeeft maar het is het onderzoeken waard.

Tenslotte zien we op de site Amelander Historie dat de 13de nog een lichaam aanspoelt die als militair van de Britse Luchtmacht wordt vermeld. Zou het kunnen zijn dat dit het derde bemanningslid is maar dat zijn uniform te beschadigd was om als ´Pools´ te identificeren?

Nog andere opties?

Naast de boven beschreven optie verdween op 13 mei een vliegtuig van het 300 Squadron in de Zuiderzee ten oosten van Volendam (5 vermisten). Deze optie lijkt niet heel waarschijnlijk omdat toen de afsluitdijk er al was. Misschien dat een expert kan aangeven of het nog mogelijk was dat bij het spuien de lichamen op het wad en daarmee op Ameland terecht zouden komen.

Op 22 juni stort op 60 kilometer uit de kust van IJmuiden nog een bommenwerper van het 300 squadron neer met vier vermisten als resultaat (overigens zonder porucznik onder de vermisten). Ook hier zou gekeken moeten worden of dit waarschijnlijk is met de heersende stromingen op zee.

Kunnen we het mysterie alsnog ophelderen?

De vraag is natuurlijk of na al die jaren het misterie nog is op te helderen. Zijn er bijvoorbeeld nog rapporten van de vondst op Ameland die meer zeggen over de staat van de lichamen? Zou iemand met kennis van de stromingen in de Noordzee iets kunnen zeggen over de hypothese met Stefan Tomicki? Of iemand met kennis van de Waddenzee over de locaties waar de lichamen van de crash van de 12de mei zijn gevonden met de locatie bij Hollum? Voorals nog blijven het een onbekende luitenant en sergeant in Nes op Ameland.

Foto’s grafstenen via Klaas Graansma

Twee Lancasters boven Nederland neergeschoten in één nacht

In de nacht van 12 op 13 juni 1944 vertrekken acht Lancasters van het Poolse 300 Squadron vanaf vliegbasis Faldingworth op een missie naar Gelsenkirchen. In totaal vertrekken 286 bommenwerpers voor deze missie. Zeventien keren die nacht niet terug waarvan drie van het 300 Squadron. Twee van de Lancasters worden boven Nederland neergeschoten. Van de 14 bemanningsleden overleeft er slechts een de crash.

Bommenrichter Morski uit de Lancaster BH – C wordt gevangen genomen. Boordwerktuigkundige Bladowski spoelt aan bij Wijdenes en wordt daar begraven en later overgebracht naar Breda. De andere bemanningsleden worden bij de berging van het vliegtuig in mei 2003 geborgen en worden in Breda begraven in een gezamenlijk graf.

Van Lancaster BH – K raakt radio operator Pacula vermist. De andere bemanningsleden worden in de loop van 1944 gevonden. Van hen ligt boordwerktuigkundige Szeliga ligt begraven in Elburg. Drie bemanningsleden, staartschutter Bardzo, piloot Różański en koepelschutter Wróblewski, vonden eerst een graf in Urk maar werden later herbegraven in Amersfoort waar ook bommenrichter Bakun en navigator Hahn begraven liggen. De foto bij dit bericht toont de crew van Różański in juni 1944, kort voordat ze omkomen.

Over het 300 Squadron: “Ziemi Mazowieckiej”

Op 28 juni 1940 stuurde het Britse Air Ministry een telegram naar de 6th Bomb Group met het bevel om het eerste Poolse bommenwerpersquadron nr. 300 te vormen. Dit startte met de eenmotorige Fairey Battle.  Later in de oorlog stapten ze eerst over op de tweemotorige Wellington en ten slotte op de viermotorige Lancaster.

300 Squadron voerde 3.891 missies uit, waaronder 684 gevechtsmissies, waarbij 10.712 ton bommen werd afgeworpen. 15 Duitse vliegtuigen werden vernietigd of beschadigd tijdens de gevechten, met 79 eigen verliezen. 371 piloten kwamen om en 87 werden gevangengenomen. Het squadron werd ontbonden op 2 januari 1947. Van de 371 slachtoffers liggen er 44 begraven in Nederland.

Embleem 300 Squadron
Embleem 300 Squadron

Rózanski en zijn bemanning

Via de site van Bomber Command Museum of Canada is een uitgebreide geschiedenis te vinden van het squadron. Daarin staat ook een passage over deze beide bommenwerpers:

“LL807 was brought down by flak at the Dutch coast, probably from Texel, while outbound, and crashed into the Ijsselmeer with no survivors from the crew of F/L Rozanski. DV286 was on its way home when it was intercepted by a night fighter, and also crashed into the Ijsselmeer, killing F/S Rembecki and all but one of his crew. The bomb-aimer, P/O Morski, managed to drop through the escape hatch underneath him, and parachute to safety, and he was rescued by two Dutch fishermen, before being handed over to the Germans.” (pag 180).

Op pagina 178 en 179 zijn foto’s te vinden van het vliegtuig en de bemanning.

Meer informatie over de beide vliegtuigen

De site Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 schrijft over de crash van DV286 het volgende:

“Lancaster DV286 vertrok om 23:20 uur vanaf RAF Faldingworth voor een bombardement op de Nordstern-fabriek voor synthetische olie in Gelsenkirchen in Duitsland. Op weg naar huis, terwijl het de Nederlandse kust overstak, stortte het in brand neer nadat het was onderschept door nachtjagerpiloot Leutnant Gottfried Hanneck van 6./NJG 1, die was opgestegen vanaf vliegveld Deelen in een Bf 110G-4. Piloot P/O. B.F. Morski werd gered door twee Nederlandse vissers en later overgebracht naar een Duits marineschip. Boordwerktuigkundige Sgt. F.S. Bladowski spoelde aan bij Wijdenes. Het vliegtuig is in mei 2003 geborgen en de bemanningsleden zijn hierna begraven in Breda op 25 oktober 2003.”

Bladowski werd op 17 juni 1944 begraven in Wijdenes en is eerder moment overgebracht van Wijdenes naar Breda en ligt daar in een eigen graf. De vijf in in 2003 geborgen bemanningsleden liggen in een gezamenlijk graf.

Het blijkt bij verder zoeken op internet dat de Stichting Aircraft Recovery Group zich heeft ingezet voor de berging van de slachtoffers. Op hun website staat een relaas van de zoektocht en foto’s van de berging.

Sinds 2007 staat er op de Zuiderdijk 41 in Wijdenes een monument ter nagedachtenis aan de bemanning van deze Lancaster.

Bronnen

De PDF van Bomber Command Museum of Canada is ook op onze site te raadplegen mocht bovenstaande link (op termijn) niet meer werken.

Via de site van het IWM zijn meerdere foto’s te vinden van het squadron en de bemanningen. De foto’s bij dit artikel zijn van deze bron.

Hieronder een Wellington van het squadron die wel terugkeerde op de basis.