Na jaren Britse erkenning voor de Poolse bijdrage bij Driel en Oosterbeek

In de marge van de ontmoeting tussen de Britse premier Starmer en de Poolse premier Tusk op 17 januari 2025 in Warschau verscheen een voor vele onopvallende mededeling: Er is geen verschil van inzicht meer over de rol van de Polen in september 1944. Na ruim 80 jaar is er de Britse erkenning.

De ontmoeting

De aanleiding van de ontmoeting tussen beide premiers was de versterking van de samenwerking tussen beiden landen, zowel op economisch als defensie gebied. Dit laatste uiteraard tegen de achtergrond van de strijd in Oekraïne, die beide landen steunen, maar ook de gedeelde zorg over de veiligheid in de Baltische Zee.

In de persconferentie memoreerde de Britse premier kort de rol van Poolse piloten tijdens de Slag om Engeland en het verblijf van de Poolse regering in ballingschap in het VK maar de bijdrage van de para’s bleef hier nog onbenoemd.

Wel verscheen diezelfde dag op de site van de Poolse premier een gezamenlijke verklaring over de bijeenkomst met daarin de volgende passage:

Szefowie rządów omówili kwestie historyczne. Perspektywy Polski i Wielkiej Brytanii w stosunku do udziału 1. Samodzielnej Brygady Spadochronowej gen. Stanisława Sosabowskiego w Operacji Market-Garden stały się zbieżne.

„Generał Sosabowski doczekał się pełnego uznania. Cieszę się, że te różne interpretacje historyczne przestały już nas niepokoić”

– podziękował brytyjskiemu Premierowi Donald Tusk.

Of:

“De regeringsleiders bespraken historische kwesties. De perspectieven van Polen en het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot de deelname van de 1ste (Poolse) Onafhankelijke Parachutistenbrigade onder leiding van generaal Stanisław Sosabowski aan de operatie Market-Garden kwamen met elkaar overeen.

“Generaal Sosabowski heeft de volledige erkenning gekregen. Ik ben blij dat deze verschillende historische interpretaties ons niet langer verontrusten,” bedankte de Poolse premier Donald Tusk de Britse premier.”

Op de 22ste bracht de Britse ambassade een verklaring naar buiten:

Last September, the British Embassy in The Hague commemorated the 80th anniversary of Operation Market Garden and the Battle of Arnhem in the Netherlands when British airborne forces, alongside our Allies, including the 1st Polish Independent Parachute Brigade under the command of General Sosabowski, fought side by side for our freedom.

On this 80th anniversary, the UK government has conveyed to the Polish authorities and to the last surviving Polish veteran of the battle, Mr Bolek Ostrowski, its gratitude, appreciation and recognition of the courage and commitment shown by Polish forces in and around Driel and Oosterbeek in September 1944. This includes helping many British airborne forces withdraw across the river when it was clear that the Allies would be unable to take the Bridge at Arnhem.

We will forever be grateful.

Eerherstel voor de Polen

Het verschil in perspectief waarnaar de verklaring van Tusk verwijst, duidt op het verwijt van Britse generaals Montgomery en Browning dat het gebrek aan inzet van de Polen en de halsstarrige opstelling van hun generaal Sosabowski de reden was dat de brug bij Arnhem ‘een brug te ver’ bleek tijdens de septemberdagen van 1944. Iets wat geheel onterecht was.

Een opstelling die zelfs leidde tot ontslag van generaal Sosabowski. Eerherstel vanuit Nederland volgde in 2006. Vanuit de Britse veteranen volgde een monument voor de generaal in Driel maar een officiële erkenning van de Britse regering bleef achterwege tot nu dus.

Brief voor de laatst levende veteraan

Voor dit eerherstel hebben velen zich ingezet en niet de laatste plaats de Stichting Driel-Polen en Cora en Arno Baltussen. Deze laatste deed bij de herdenking in september nog een emotionele oproep aan de Britse premier om niet te lang te wachten met het eerherstel omdat dit dan nog op tijd kan zijn voor de laatste nog levende Poolse veteraan, Bolesław Ostrowski.

Deze oproep heeft dus zijn effect gehad en zo heeft Ostrowski inmiddels een persoonlijke brief gehad leren we uit het persbericht van de stichting. Een pluim hiermee voor de niet aflatende inzet van de stichting en in het bijzonder de (inmiddels voormalige) voorzitter Arno Baltussen.

De foto toont Sosabowski klaar voor vertrek naar Driel in september 1944

De onbekende Poolse luitenant en sergeant op Ameland

De onbekende Poolse luitenant en sergeant op Ameland

Op 2 en 10 juli 1943 spoelen op Ameland bij Hollum twee lichamen aan die aan de kleding te identificeren zijn als Polen. Helaas is naast hun rang verder niet bekend over hun identiteit. Op hun graf op de begraafplaats in Nes staat dan ook alleen ‘An Airman of the War 1939 – 1945’, hun rang en ‘Polish Forces’.

Wie zijn de twee onbekende Polen?

Dit roept natuurlijk de vraag op wie deze twee onbekende Polen zouden kunnen zijn.

Uitsnede uit een presentatie op de site Amelander Historie met een korte beschrijving van alle daar aanwezige oorlogsgraven.

Stefan Tomicki?

Beide graven worden ook vermeld op de website polishwargraves.nl (nu in beheer bij de Oorlogsgraven Stichting) die voor een aanzienlijk de bron is geweest voor onze website. Die site vermeld bij de Porucznik (luitenant) die op 2 juli aanspoelde dat dit mogelijk Stefan Tomicki is. Hij raakte vermist bij de crash van Wellington bommenwerper met het registratienummer HE148, BH-T van het 300 Squadron Ziemi Mazowieckiej.

Deze crash vond plaatst in de nacht van 9 april 1943. Alle zes de bemanningsleden kwamen om. Slechts twee werden geïdentificeerd: de navigator Jan Rudek en schutter Stanisław Stępień. Zij spoelden aan op het strand bij Castricum en Egmond aan Zee. De dag na de crash. Beiden zijn begraven op de algemene begraafplaats in Bergen.

Gezien het verschil van de locatie waar het lichaam is gevonden en dat het bijna drie maanden later is, en het feit dat Tomicki de rang podporucznik had in plaats van porucznik is er reden om bovenstaande vermoeden zeker van een vraagteken te voorzien.

Voor het graf van de sergeant geeft polishwargraves.nl geen verdere informatie.

Andere opties?

Op onze site staan meerdere vliegers die vermist raakte in de periode voor de vondst van de lichamen. Naast de al genoemde Tomicki crashen in de periode voor begin juli 1943 nog dire vliegtuigen. We beginnen met de meest waarschijnlijke.

Op 12 mei crasht Halifax II met serienummer DT627 en squadron code NF-P van het 138 ‘special duties’ squadron in de Waddenzee voor de kust van Sint Jacobiparochie (volgens polishwargraves). Hun missie was agenten droppen in Nederland. Het loss register vermeld dat van de zeven koppige bemanning er vier aanspoelen op de Nederlandse kust met de datum waarop ze aanspoelde:

Dan blijven er drie vermisten over:

We vermelden bewust de rang in het Pools zodat de overeenkomst met de rangen op de graven opvalt. Gegeven de rangen van de vermisten en het moment en locatie van aanspoelen van de gevonden lichamen zouden dit mogelijke kandidaten kunnen zijn.

De vraag die dan opkomt is waarom deze bij de vondst niet geïdentificeerd konden worden terwijl de andere bemanningsleden wel geïdentificeerd zijn.  Helaas wordt bij bovenstaande beschrijving van de vondst niets vermeld over de staat van de lichamen die hier uitsluitsel overgeeft maar het is het onderzoeken waard.

Tenslotte zien we op de site Amelander Historie dat de 13de nog een lichaam aanspoelt die als militair van de Britse Luchtmacht wordt vermeld. Zou het kunnen zijn dat dit het derde bemanningslid is maar dat zijn uniform te beschadigd was om als ´Pools´ te identificeren?

Nog andere opties?

Naast de boven beschreven optie verdween op 13 mei een vliegtuig van het 300 Squadron in de Zuiderzee ten oosten van Volendam (5 vermisten). Deze optie lijkt niet heel waarschijnlijk omdat toen de afsluitdijk er al was. Misschien dat een expert kan aangeven of het nog mogelijk was dat bij het spuien de lichamen op het wad en daarmee op Ameland terecht zouden komen.

Op 22 juni stort op 60 kilometer uit de kust van IJmuiden nog een bommenwerper van het 300 squadron neer met vier vermisten als resultaat (overigens zonder porucznik onder de vermisten). Ook hier zou gekeken moeten worden of dit waarschijnlijk is met de heersende stromingen op zee.

Kunnen we het mysterie alsnog ophelderen?

De vraag is natuurlijk of na al die jaren het misterie nog is op te helderen. Zijn er bijvoorbeeld nog rapporten van de vondst op Ameland die meer zeggen over de staat van de lichamen? Zou iemand met kennis van de stromingen in de Noordzee iets kunnen zeggen over de hypothese met Stefan Tomicki? Of iemand met kennis van de Waddenzee over de locaties waar de lichamen van de crash van de 12de mei zijn gevonden met de locatie bij Hollum? Voorals nog blijven het een onbekende luitenant en sergeant in Nes op Ameland.

Foto’s grafstenen via Klaas Graansma